Werkwijze Energielabel Aanvragen
Ons Stappenplan om uw Energielabel op te Meten
1. Inspecteren
Voordat we aan de slag gaan met het beoordelen van het energielabel voor uw woning, nemen wij grondig kennis van de door u verstrekte tekeningen en facturen. Deze documenten vormen de basis voor ons zorgvuldige onderzoek waarbij wij u helpen aan een energielabel.
2. Fotograferen
De inspecteur begint doorgaans zijn beoordeling van boven naar beneden. Dit doet hij door gedetailleerde foto’s te maken (als bewijsmateriaal) en notities te maken. Hierbij heeft hij speciale aandacht voor verschillende aspecten, zoals het type installatie, het soort mechanische ventilatie, de koelingsvoorzieningen, de isolatie en de aanwezige ramen.
3. Meten
Tot slot, voeren wij nauwkeurige metingen uit om het gebruiksoppervlakte en de totale vierkante meters van de woning te bepalen. Deze 3 stappen zijn gezamenlijk noodzakelijk voor het opstellen van een energielabel voor uw woning.
Basis of Detailopname
Basis of Detailopname
Na het aanvragen van uw energielabel kan uw opname in twee varianten worden uitgevoerd. De basis en de detail variant. Bij de basis variant kan er in veel gevallen met forfaitaire (vooraf bepaalde) waardes worden gerekend. De detail methode is echter een veel uitgebreidere methode waar koude bruggen (niet goed geïsoleerde plekken) en dergelijke moeten worden uitgerekend. Deze detail methodiek is verplicht voor woningen met een oplevering na 01-01-2021.
De basis methodiek volstaat bij woningen vóór deze datum. Eenmaal een detail energielabel ontvangen kan er in de toekomst geen basis label meer worden afgegeven en zal ten allen tijde de detail methodiek moeten worden toegepast. In de praktijk zal er hoofdzakelijk voor de basis methode gekozen worden wanneer dit mogelijk is.
Bovenstaande geldt voor woningen en utiliteitspanden. Voor een nieuw te bouwen object dient een BENG-berekening te worden opgesteld waarop een bouwvergunning kan worden aangevraagd. Deze wordt geregistreerd in de detail-methodiek.
Bekijk ons nieuws om op de hoogte te blijven.
Wat verwachten wij van u?
Wat verwachten wij van u?
Om het proces zo soepel mogelijk te laten verlopen, vraagt Poel Energielabel enkele zaken van u. Zo dient de kruipruimte vrijgemaakt te worden en verwachten wij dat u documentatie kunt laten zien van bijvoorbeeld geïnstalleerde zonnepanelen. Wij hebben een volledige lijst speciaal voor u samengesteld. Zo heeft u in 1 oogopslag alle verwachtingen binnen handbereik (zie de link).
Veelgestelde Vragen Werkwijze Energielabel Aanvragen
Voordat het huis of pand in de verkoop gaat moet er een geldige label aanwezig zijn.
Een energielabel kan nuttig zijn voor verschillende redenen.
- Als eerste kan het helpen bij verminderen van het energieverbruik van je huis , wat kan leiden tot lagere energiekosten.
- Als tweede kan een goed energielabel de waarde van je pand verhogen, wat kan helpen bij het verkopen of verhuren van je woning.
- Als derde kan het energielabel ook worden gebruikt voor huurders of potentiële kopers, zodat ze meer informatie en beeld krijgen van de energieprestaties van de woning.
Een energielabel is 10 jaar geldig na afgifte.
Nadat de vergunningsaanvraag succesvol is afgerond en het gebouw wordt opgeleverd, moet het definitieve energielabel worden opgesteld. Daarvoor moet de BENG berekening als uitgangspunt gebruikt worden, maar er moet ook nog een inspectie op locatie uitgevoerd worden. Derhalve is het van groot belang dat de BENG berekening ook wordt opgesteld door de partij die uiteindelijk het energielabel ook kan registreren, zodat je niet twee keer hoeft te betalen.
Een BENG Berekening staat voor “Bijna EnergieNeutraal Gebouw” en geeft aan hoe energiezuinig een woning of utiliteit is. De BENG berekening is sinds 1 januari 2021 verplicht bij een omgevingsvergunningsaanvraag en heeft de voormalige EPC berekening vervangen. De EPC berekening bestaat dus niet meer sinds 1 januari 2021. Een BENG berekening is een verplicht onderdeel van de omgevingsvergunningsaanvraag, waarbij de volgende BENG indicatoren worden berekend:
- BENG 1: energiebehoefte-indicator in kWh/m²;
- BENG 2: primaire fossiele energie-indicator in kWh/m² (max. 30 kWh/m²);
- BENG 3: aandeel hernieuwbare energie in % (minimaal 50%);
- TO-juli: opwarming van woning in zomermaanden (maximaal 1,2).
Wij verwachten een aantal zaken van u wanneer wij langskomen. Bekijk daarom de gehele lijst die wij speciaal voor u gemaakt hebben!
Er zijn een paar uitzonderingen, waarbij het energielabel voor een recreatiewoning niet verplicht is. Die uitzonderingen zijn:
- Beschermde monumenten volgens de Erfgoedwet of volgens een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening.
- Vrijstaande woningen met een gebruikersoppervlakte tot 50 m2 groot. Bijvoorbeeld een tiny house, kleine stacaravan of woonwagen.
- Vrijstaande gebouwen met een gebruikersoppervlakte tot 50 m2 groot. Bijvoorbeeld een kleine speelruimte op een vakantiepark.
- Recreatiewoningen die in totaal minder dan 4 maanden per jaar in gebruik zijn. En met een verwacht energieverbruik van minder dan 25% van het energiegebruik bij permanent gebruik. Bijvoorbeeld recreatiewoningen die alleen in het hoogseizoen worden gebruikt en gedurende de rest van het jaar niet gebruikt worden.
- Tijdelijke gebouwen die hoogstens 2 jaar worden gebruikt.
- Gebouwen zonder installaties om het klimaat binnen te regelen, zoals voor koelen, verwarmen of ventilatie. Bijvoorbeeld een schuur of trekkershut groter dan 50m2 zonder installaties.
Voor het overgrote deel van bestaande gebouwen is niet alle benodigde detailinformatie aanwezig. Daarom is een basisopname opgenomen in het protocol, waarbij gedetailleerde gebouwkenmerken bij voorbaat al zijn ‘ingeklapt’. Uitgangspunt bij de basisopname is dat de benodigde informatie visueel waarneembaar is, of dat het op een andere eenvoudige wijze te achterhalen is. Het is mogelijk dat een bepaald invoeritem niet waarneembaar of herleidbaar is. In dat geval biedt het opnameprotocol de optie ‘onbekend’. Er wordt in dat geval met een zogenaamde forfaitaire invoer gerekend. De basisopname is geschikt voor bestaande woningen, waarvan de energieprestatie moet worden bepaald vanwege de puntenbepaling in het WWS (woningwaarderingsstelsel), en waarbij de detailopname niet verplicht is.
Kunnen bepaalde indicatoren niet opgenomen worden omdat ze niet bekend zijn, of kost het erg veel tijd om deze informatie op te nemen? Dan kan gebruik worden gemaakt van forfaitaire waarden
Forfaitair betekent dat er met een aangenomen (conservatieve) waarde wordt gerekend.
Uitgangspunt bij het bepalen van de energieprestatie van gebouwen is dat dit gebeurt met gedetailleerde invoergegevens (detailopname). Voor nieuw te bouwen gebouwen en zeer energiezuinige gebouwen (volledig gerenoveerd) is deze gedetailleerde informatie van het gebouw wel of deels aanwezig. In de detailopname kan onder bepaalde voorwaarden worden ingeklapt. De detailopname is verplicht bij: Alle nieuw te bouwen, nieuw gebouwde en volledig gerenoveerde gebouwen waarvoor de energieprestatie na 1-1-2021 wordt bepaald op basis van NTA 8800. Deze gebouwen kunnen in principe later voor de prestatiebepaling nooit meer terugvallen op de basisopname; Alle woningen en gebouwen waarvoor de energieprestatie wordt bepaald of moet worden bepaald voor de aanvraag van de EPV (energieprestatievergoeding), bij de oplevering van een EPV, of om aan te tonen dat een verbetering leidt tot een primair fossiel energiegebruik overeenkomstig de BENG-eis of beter (EP 2) (bekijk vraag: wat zijn de EP-indicatoren?)
De ‘Standaard voor woningisolatie’ geeft aan wanneer een woning goed genoeg is geïsoleerd om aardgasvrij te worden. De Standaard is een advies voor een maximale netto-warmtebehoefte van een woning en staat weergegeven op de tweede pagina van het energielabel.
- De energiebehoefte in kWh/m² gebruiksoppervlakte per jaar (EP1);
- Het primair fossiel energiegebruik in kWh/m² gebruiksoppervlakte per jaar (EP2);
- Het aandeel hernieuwbare energie uitgedrukt in een percentage (EP3).
Energiebehoefte (EP1): De energiebehoefte voor verwarming en koeling bepaalt de energiebehoefte in de energieprestatieberekening. De mate van isolatie, de verhouding glas ten opzichte van dichte geveldelen, de mate van kierdichting en tevens de aanwezigheid van koudebruggen spelen hierbij een grote rol. Voor het warmteverlies door luchtuitwisseling wordt in de energiebehoefte (EP1) gerekend met een basis ventilatiesysteem, bestaande uit natuurlijke luchttoevoer en mechanisch luchtafvoer (zonder vraagsturing). Warmteverliezen via de schil en via de lucht, warmtewinst via zoninstraling maar juist ook de vorm (geometrie) en de ligging van een gebouw bepalen de energiebehoefte van een gebouw. De energiebehoefte (EP1) gaat over al deze factoren. De energiebehoefte invullen kan met hernieuwbare of fossiele energie.
Primair fossiel energiegebruik (EP2): Het primair fossiel energiegebruik is een optelsom van het primair energiegebruik voor verwarming, koeling, warmtapwaterbereiding en ventilatoren. Ook de systeemverliezen (zoals leidingverliezen bij verwarming), hulpenergie (zoals pompen) en het rendement van de opwekkers (zoals de CV-ketel) worden meegenomen in deze optelsom. Voor utiliteitsgebouwen telt ook het primair energiegebruik voor verlichting en voor bevochtiging (indien aanwezig) mee. Voor zowel woningen en utiliteitsgebouwen geldt dat, als er PV-panelen of andere hernieuwbare energiebronnen aanwezig zijn, de opgewekte energie van het primair energiegebruik wordt afgetrokken.
Aandeel hernieuwbare energie (EP3): Het aandeel hernieuwbare energie wordt bepaald door de hoeveelheid hernieuwbare energie te delen door het totale primaire energiegebruik, bestaande uit hernieuwbare energie en primair fossiele energie.